Tuesday, July 28, 2009

De Mijn, verslag vanuit Guatemala

Een groot aantal CATAPistas zit dezer dagen in Guatemala om deel te nemen aan de conferentie over mijnbouw in het zuiden. Wies, een deelnemer brengt verslag uit over hun bezoek aan de Marlin mijn. Meer artikels over de uitwisseling 'El Dorado 2' hier.

Vrijdag zagen we de mijn. Vanuit de afgelegen gemeenschappen in de altiplano rond San Miguel Ixtahuacán is het een confronterend zicht: de schamele huisjes met kleine maïsperceeltjes errond, wat kippen, soms een koe. Kleurrijke rokken die te drogen hangen in de zon.

Net achter die huisjes een lang hek, en daarachter, in het dal, la mina. Marlin heet het monster, uitgebaat door het Canadese bedrijf Goldcorp. Een onwezenlijk contrast met de pure, groene omgeving.

Het "mijnbouw in het Zuiden"-verhaal leek me tot aan het begin van deze intercambio nog altijd een beetje ver weg en moeilijk te vatten, ondanks al het gelezene en gehoorde, de info-avonden en andere CATAPA-activiteiten.

Uit de getuigenissen van enkele families in de gehuchtjes Ajchel en San José Ixcaniche werd de impact van mijnbouw op het dagelijkse leven van vergeten mensen echter pijnlijk direct en écht. Bedreigingen, verdwijningen, watervervuiling, scheuren in huizen en tussen mensen. Maar ook het moedige verzet.

Dat verzet wordt in San Miguel mee geïnspireerd door een boom van een Belgische pastoor, Eric, die de hele groep trouwens enorm gastvrij ontving in zijn pastorie.Zaterdagavond zongen we in San Miguel Qué pasa con mi pueblo?, het lied dat Padre Eric samen met enkele parochianen schreef over de mijn. "Wat gebeurt er met ons volk? Waar verstopt God zich? Is goud meer waard dan bloed?" Krachtige vragen, vooral met live marimbabegeleiding en kinderkoor. Zoals Thomas al schreef over de lezing in Sipakapa, speelt de Kerk in San Miguel en Sipakapa een belangrijke rol in de strijd voor rechtvaardigheid.

De Bolivianen maakten het al meermaals (en met de retoriek zo eigen aan deze lieve latino's) duidelijk: er kan in Guatemala nog veel gered worden, als we ons verenigen- lokaal, nationaal en internationaal.

Getuigenissen in een gemeenschap van San Miguel.


Het landschap.














De "dique de colas", waar het toxische afvoerwater van de mijn wordt opgeslagen.

(foto's: Wies)

Monday, July 27, 2009

CATAPA heeft jouw steun nodig !

Link

Beste CATAPA-sympathisant,

Op dit moment zijn we met 11 Catapistas in Guatemala, samen met 40 mensen van onze partnerorganisaties uit Bolivia, Peru, Guatemala en Honduras. CATAPA organiseert hier het Internationaal Seminarie El Dorado II. Meer dan een jaar lang hebben we loeihard gewerkt aan de organisatie van dit evenement met uitsluitend vrijwilligers. Deze week bereikte ons echter slecht nieuws.

Thursday, July 9, 2009

Mijnbouw beweegt Latijns Amerika...naar Quito

Organisaties uit heel Latijns Amerika kwamen vorig weekend samen in Quito, Ecuador om ervaringen uit te wisselen in hun verzet tegen grootschalige mijnbouw in hun gemeenschappen en strategieën te bedenken om zich beter te beschermen.
De ongeveer 60 deelnemers kwamen uit zowat heel Latijns Amerika: Bolivia, Peru, Guatemala, Chile, Argentina, Ecuador, Mexico, Brazilië, etc, en (uiteraard) ook Colombia. Ze maakten deel uit van verschillende NGO's, maar eveneens basis- en inheemse gemeenschappen die hun territorium bedreigd zien door grootschalige 'open-pit' mijnbouw projecten. Tijdens een uitwisseling over criminalisering van hun protest werd andermaal duidelijk dat de problematiek in verschillende landen sterk gelijkenissen vertoont: de persoonlijke getuigenissen van een aantal mensen over hoe ze bedreigd en beschuldigd worden, waren soms zo aangrijpend dat de rest van de aanwezigen (die op zich ook al wat meemaakt hebben) er stil van werden. Een vrouw uit Bolivia, zei met een sterk gevoel voor humor en een brede glimlach: 'Ze hebben me al van alles aangedaan, in zoverre zelfs dat ik een aantal tanden mis zoals u wel kan vaststellen, maar ik blijf me tegen het project verzetten.'
Een andere pakkende getuigenis was die van Nicanor, uit Peru, die de gebeurtenissen van 5 juni in Bagua beschreef. Toen werd er, na meer dan 50 dagen vreedzaam protest van de inheemse Amazone bevolking, het bevel gegeven tot ontruiming van een wegblokkade waarbij verschillende doden vielen, zowel bij politie als bij de inheemsen. Hij vertelde hoe de betogers zich ingesloten voelden als ratten in een val toen de politie hen omsingelde om 6uur 's morgens. en hoe er nu nog steeds, een maand na de feiten, onduidelijkheid is over het lot van een 60tal inheemsen, die sinds die dag verdwenen zijn en niet in de officiële cijfers van de slachtoffers voorkomen.
Een terugkerend thema tijdens de 4-daagse was dan ook de uitspraak: 'Nooit nog een Bagua' en werd regelmatig gesproken over hoe dit in de toekomst te voorkomen. 'Had er sneller internationale steun geweest gedurende die voorafgaande 50 dagen, had dit voorkomen kunnen worden' zei Nicanor nog. Strategieën om de solidariteit en samenwerking tussen de verschillende organisaties uit te breiden stonden dan ook centraal, in de hoop een sterker front te kunnen vormen tegen grootschalige mijnbouwprojecten in de regio. De gezamelijke verklaring die achteraf door de aanwezig organisaties ondertekend werd, en waarin een aantal specifieke wantoestanden worden aangeklaagd, toont de belangrijke rol aan die het Observatorium voor Mijnbouwconflicten in Latijns Amerika (OCMAL) kan spelen om schijnbaar kleine, gelokaliseerde conflicten op internationaal niveau zichtbaar te maken en aan te klagen.

Wednesday, July 8, 2009

De laatste staatsgreep in Latijns Amerika?

Het begint er op te lijken dat de impasse waar Honduras zich na de staatsgreep van vorige week in bevindt, naar een oplossing evolueert. Blijkbaar hebben de slachtoffers die gevallen zijn vorig zondag tijdens de confrontatie aan de luchthaven, ook intern in het land een schok veroorzaakt, zodat men zich niet meer kan veroorloven om te zeggen dat alles rustig is in het land. Het is duidelijk dat de angst die de eerste dagen heerste bij de bevolking overwonnen is, nu ook de vrouw van de president zich publiek toont in de massale betogingen.
Vanuit de tijdelijke regering opent men nu stilaan de deur voor een mogelijk terugkeer van Zelaya, terwijl dit vorige zondag nog met alle militaire macht vermeden werd. De president van Costa Rica gaat nu bemiddelen en zegt tegen het einde van de week een oplossing te willen vinden.
De rol van de media is heel belangrijk geweest in deze crisis, hoe die intern gecontroleerd werden tijdens de eerst week na de staatsgreep: radio zenders zoals Radio Progreso en Radio Globo werden eerst met technische middelen uit de ether gehaald, en zodra die er via korte golf terug in slaagden uit te zenden werd het leger erop afgestuurd om alsnog de stekker eruit te trekken. Een aantal TV kanalen werden eveneens uit de ether gehaald, waaronder BBC en Telesur (de TV zender van het Venezuela van Chavez), en werden pas recentelijk terug toegelaten om opnieuw uit te zenden. Langs de andere kant was het angstaanjagend om via het Internet de nationale media te volgen wetende dat dit de enige informatie was die veel mensen in Honduras kregen, aangezien Internet enkel toegankelijk is voor diegene die daar de financiële mogelijkheden toe hebben.
Dankzij dit Internet waren alle ogen op Honduras gericht, en werden op internationaal niveau solidariteitsacties georganiseerd om de staatsgreep te veroordelen, Friends of the Earth bijvoorbeeld (waarvan mijn organisatie lid is) stuurde vertegenwoordigers uit verschillende landen richting Honduras om hun leden terplaatse, en de protesten die ze mee organiseerden te steunen, en te voorkomen dat medewerkers opgepakt zouden worden.
Het valt nu af te wachten hoe de onderhandelingen lopen om President Zelaya terug te laten keren, en op welke manier men verder zal evolueren naar de verkiezingen die in November moeten plaatsvinden. En hopelijk kunnen we dan achteraf zeggen dat dit de laatste staatsgreep in Latijns Amerika was, en tegelijkertijd ook de eerste die dankzij het Internet verijdeld werd.